Onderwijsinstellingen binnen het funderend onderwijs kennen omwille van governance ontwikkelingen thans veelal een interne gelaagde structuur met verschillende organen. De twee belangrijkste organen zijn daarbij het bestuur (wettelijk orgaan), veelal het zogenaamde college van bestuur genoemd en een separaat toezichthoudend orgaan, te weten de raad van toezicht (statutair orgaan). Deze laatste is niet bij wet verplicht. Als er echter een raad van toezicht is ingesteld, dan zijn door de invoering van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR) op 1 juli 2021, bepalingen ten aanzien van een raad van commissarissen eveneens voor stichtingen en verenigingen en dus ook onderwijsinstellingen van toepassing.
Het college van bestuur heeft de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid binnen een onderwijsinstelling en vertegenwoordigt de rechtspersoon en in onderwijsrechtelijke termen daarmee dus ook het bevoegd gezag. Volgens de wet dient het bevoegd gezag te voorzien in een scheiding tussen bestuur en intern toezicht. Veelal is het intern toezicht via een separaat statutair orgaan, raad van toezicht, geborgd. Taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn in diverse onderwijswetgeving, het rechtspersonenrecht en governance codes neergelegd. De raad van toezicht heeft in elk geval tot taak het toezicht houden op het college van bestuur en diens handelen. De toezichthoudende rol van de raad van toezicht vertaalt zich onder meer in het goedkeuren van een aantal essentiële besluiten ten aanzien van begroting, jaarstukken, het toezien en controleren op naleving van de onderwijswetten en de governance codes in het op een juiste manier besteden van onderwijsgelden en deelname in samenwerkingsverbanden. Bovendien functioneert de raad van toezicht als werkgever van het college van bestuur en is in die zin belast met het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het college van bestuur.
Een goed functioneren van het college van bestuur en de raad van toezicht is gebaat bij een goede governance inrichting. De statuten aangevuld met stevige interne reglementen waarin zaken als tegenstrijdige belang, belet- of ontstentenis en een geschillenregeling zijn geregeld is daarbij essentieel. Een geschillenregeling geeft de procedure weer die gevolgd moet worden wanneer er zich een geschil voordoet tussen bijvoorbeeld het college van bestuur en de raad van toezicht. Naast de geschillenregeling kunnen de statuten en/of een intern reglement ook andere voorschriften bevatten die zijn gericht op professionele inrichting van besluitvorming en geschillen tussen het college van bestuur en de raad van toezicht.
Een geschil tussen het college van bestuur en de raad van toezicht kan daarnaast te allen tijde worden voorgelegd aan de bevoegde rechter. De statuten en/of interne reglementen kunnen bepalen dat eerst een beroep op de geschillenregeling moet worden gedaan alvorens de rechtbank bevoegd is om over een geschil te beslechten. Vormen van alternatieve geschilbeslechting die ook uitkomst kunnen bieden zijn arbitrage of mediation.
Het Onderwijskantoor heeft de specialistische kennis in huis om u te adviseren en bij te staan wanneer zich een geschil voordoet met uw Raad van Toezicht. Ook hebben wij ruime ervaring met het opstellen van interne reglementen en kunnen een scan uitvoeren op de geschillenregeling. Daarnaast bieden wij ook Raad van Toezicht gerelateerde bijeenkomsten aan door middel van het RvT café, wenst u hier meer informatie over? Bekijk deze hier. Neem voor meer informatie vrijblijvend contact met ons op via dan wel via 045 - 560 22 11 of info@onderwijskantoor.nl.