Onderzoek naar nieuwe verdeelsystematiek leerplusarrangement VO

De Wet op het voorgezet onderwijs (WVO) biedt de mogelijkheid aan scholen om in aanmerking te komen voor aanvullende bekostiging naast de reguliere bekostiging indien sprake is van bijzondere omstandigheden. Zo biedt artikel 85a, eerste lid WVO de mogelijkheid op grond van de ‘regeling leerplusarrangement’ aanvullende bekostiging te vragen om zo relatieve onderwijsachterstanden tegen te gaan. Het gaat dan om achterstanden bij leerlingen ten opzichte van hun potentie veroorzaakt door ongunstige achtergrondkenmerken.

Huidige indicator VO

Bij de verdeling van deze middelen voor onderwijsachterstandenbeleid wordt in het VO momenteel gekeken naar het aandeel leerlingen per school dat woonachtig is in een ‘armoedeprobleemcumulatiegebied’ (apc-gebied). Een apc-gebied is een postcode waarin het gemiddelde inkomen laag is, veel mensen met een niet-westerse migratieachtergrond wonen en een uitkering de voornaamste inkomstenbron is.

Wens Ministerie OCW

Het Ministerie OCW wil tot een andere systematiek komen voor de verdeling van de middelen uit de regeling leerplusarrangement VO. Minister Slob heeft door het CBS laten onderzoeken of de recent ontwikkelde nieuwe indicator voor het PO ook bruikbaar zou zijn voor het VO. Uit het door het CBS uitgevoerde onderzoek blijkt – met enige kanttekeningen – dat de nieuwe PO-indicator ook voor VO-leerlingen beter de risico’s op onderwijsachterstanden kan voorspellen dan de huidige apc-indicator. Hoe ziet deze indicator eruit?

PO-indicator

De nieuwe PO-indicator – die met ingang van 1 augustus 2019 van kracht is – betrekt meer omgevingskenmerken van leerlingen waardoor de voorspellende waarde of een leerling risico loopt op een onderwijsachterstand groter is geworden. Voor elke leerling wordt een ‘onderwijsscore’ berekend. Het gaat om een maat voor de verwachte onderwijsachterstand van de leerling gezien zijn omgevingskenmerken (ongeacht zijn intelligentie).

De volgende omgevingskenmerken worden meegenomen in de PO-indicator:

het opleidingsniveau van vader en moeder;

de verblijfsduur van de moeder in Nederland;

het gemiddelde opleidingsniveau van alle moeders op de betreffende school;

het land van herkomst van beide ouders;

of de ouders in een schuldsaneringstraject zitten.

Toekomstige ontwikkelingen

Het Ministerie OCW gaat in overleg met deskundigen en belanghebbenden om een nieuwe indicator voor het VO vorm te geven. Minister Slob verwacht dat dit proces nog enige tijd zal duren. De huidige VO-indicator zal voorlopig nog van kracht blijven en tevens worden geüpdatet aangezien thans nog wordt gewerkt met apc-gebieden uit 2005.

Zodra er ontwikkelingen zijn op dit terrein zullen wij u nader informeren.