Verruimde aanwijzingsbevoegdheid Minister per 1 augustus 2023

Met ingang van 1 augustus 2023 is de Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs in werking getreden. Deze wet regelt een uitbreiding van de handhavingsbevoegdheden van de minister van OCW en de Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van het bevoegd gezag van scholen, instellingen en samenwerkingsverbanden. Daarnaast zijn er wijzigingen doorgevoerd in de Wet medezeggenschap op scholen (hierna: Wms).

Indien er sprake is van wanbeheer kan de Minister een aanwijzing geven. De Inspectie van het Onderwijs moet dan hebben vastgesteld dat er sprake is van wanbeheer en dat het bestuur daar geen eind aan wil of kan maken.

Op de eerste plaats is de definitie van wanbeheer uitgebreid. In het primair en voortgezet onderwijs is door de wet per 1 augustus 2023 ook sprake van wanbeheer als het bestuur handelt in strijd met de zorgplicht voor de veiligheid of structureel of flagrant handelt in strijd met de burgerschapsopdracht.

Verder kan de Minister met ingang van 1 augustus 2023 ook een spoedaanwijzing geven. Er moet dan sprake zijn van een wezenlijk vermoeden van wanbeheer. Ook in dat geval moet de Inspectie van het Onderwijs dan eerst onderzoek hebben gedaan en geconstateerd hebben dat (1) het bevoegd gezag tekort schiet in de naleving van een wettelijke bepaling, (2) uit dat tekortschieten een wezenlijk vermoeden van wanbeheer volgt en (3) er sprake is van onverwijlde spoed. Een dergelijke spoedaanwijzing mag hoogstens een geldigheidsduur hebben van zes maanden, welke geldigheidsduur de Minister eenmaal met zes maanden mag verlengen.

Ook worden inspectierapporten met ingang van 1 augustus 2023 sneller openbaar gemaakt. Vóór voornoemde datum gold dat inspectierapporten in de vijfde week nadat zij vastgesteld waren openbaar werden gemaakt. Voortaan geldt er een termijn van drie weken.

Ten slotte regelt de wet ook dat bestuurders de plicht krijgen om de medezeggenschapsraad proactief te wijzen op hun advies- of instemmingsbevoegdheid in relevante zaken en te informeren over wat noodzakelijk zou kunnen zijn voor de medezeggenschapsraad om de taak goed te kunnen uitoefenen. Daartoe is artikel 7a ingevoerd in de Wms en is artikel 8 Wms gewijzigd. Voorgaande wijzigingen zijn middels een amendement opgenomen in de wet. De achterliggende gedachte is dat in het voortraject meer gedaan kan worden om ingrijpen vanuit de Minister te voorkomen en dat de medezeggenschapsraad hierin een belangrijke rol vervult. Zodoende krijgt het bevoegd gezag de proactieve wettelijke plicht om de medezeggenschapsraad te wijzen op hun advies- en instemmingsbevoegdheden en wordt de grondslag van de informatieplicht verruimd. De Landelijke Commissie voor Geschillen Wms zat in haar uitspraken overigens al reeds op de lijn dat een bevoegd gezag de medezeggenschapsraad proactief van informatie dient te voorzien. In dat licht verwachten wij niet dat de wetswijziging tot een andere benadering in de rechtspraak zal leiden.

Heeft u een inspectierapport ontvangen en bent u het niet eens met de bevindingen. Neem dan contact met ons op voor advies. Daarnaast kunnen wij u ook bijstaan in het aanpassen van het medezeggenschapsreglement naar aanleiding van de wijzigingen in de Wms.