Geen onbegrensde vrijheid om arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen

Wettelijk uitgangspunt is dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege afloopt en dat er voor de werkgever in zijn algemeenheid geen verplichting bestaat om een dergelijke arbeidsovereenkomst te verlengen. Uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 december 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:7041) blijkt dat deze vrijheid niet onbegrensd is.

Werkneemster is in dienst op basis van een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot en met 30 september 2023. In januari 2023 is werkneemster zwanger geworden en in die maand ziek geworden vanwege haar zwangerschap. Middels brief d.d. 27 juli 2023 wordt werkneemster door werkgever medegedeeld dat de tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verlengd zal worden en van rechtswege zal aflopen per 30 september 2023. Omdat in de brief geen reden wordt genoemd voor deze beslissing, heeft werkneemster diezelfde dag per e-mail gevraagd naar de reden om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Werkgever heeft niet op deze e-mail gereageerd.

Werkneemster is van mening dat het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst verboden onderscheid oplevert wegens zwangerschap en vordert daarom een billijke vergoeding.

De kantonrechter overweegt dat vaststaat dat werkgever de intentie heeft uitgesproken om een langdurig dienstverband met haar aan te gaan. Hoewel een werkgever op grond van de wet niet verplicht is om een reden op te geven voor het niet-verlengen van de arbeidsovereenkomst, riep de wijze waarop werkgever gecommuniceerd heeft wel de nodige vraagtekens op. Kortom, naar de mening van de kantonrechter was er een vermoeden van verboden onderscheid. Werkgever had aangevoerd dat het niet-verlengen van de arbeidsovereenkomst niets te maken had met de zwangerschap, maar samenhing met aandachtspunten in het functioneren van werkneemster. Gezien onder andere het feit dat dit niet aan werkneemster kenbaar was gemaakt alsmede het feit dat werkgever (voorafgaand aan de zwangerschap) wel de intentie had uitgesproken om een langdurig dienstverband aan te gaan, concludeerde de kantonrechter dat werkgever het vermoeden van verboden onderscheid niet kon weerleggen. De kantonrechter concludeerde aldus dat werkgever aan werkneemster een billijke vergoeding moest betalen.

Voorgaande laat zien dat het niet-verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet onbegrensd is en dat van een werkgever (bijvoorbeeld in het geval van een zwangerschap of chronische ziekte), hoewel dit op grond van de wet niet verplicht is, mag worden verwacht een reden op te geven voor de niet-verlenging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Is er geen goed onderbouwde reden, dan loopt de werkgever het risico dat hij een billijke vergoeding moet betalen aan de voormalig werknemer.